Betekenis van:
maaien

maaien
Werkwoord
  • zwaaiende beweging maken
"iemand tegen de grond maaien"
"met de armen maaien"

Hyperoniemen

maaien
Werkwoord
  • (gewassen) van het veld afsnijden
"wie maaien wil moet zaaien"
"graan/gras maaien"

Synoniemen

Hyperoniemen

maaien
Werkwoord
  • met een werktuig het bovengrondse deel ergens van verwijderen
"Hij heeft vanmorgen het gras gemaaid."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Mijn moeder vertelde me het gras te maaien.
  2. Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.
  3. Bewerking van de grond, maaien, dorsen, persen, verzamelen en oogsten, inclusief het inzaaien en poten;
  4. In dat verband dienen noch activiteiten op landbouwbedrijven die nodig zijn om een product voor te bereiden voor de eerste verkoop (zoals oogsten, maaien en dorsen van graan of het verpakken van eieren) noch de eerste verkoop aan wederverkopers of verwerkende bedrijven als verwerking of afzet te worden beschouwd.
  5. Onder draadloos elektrisch gereedschap valt ook gereedschap dat consumenten en vaklieden gebruiken voor het draaien, frezen, schuren, slijpen, zagen, snijden, afsnijden, boren, maken van gaten, ponsen, hameren, klinken, schroeven, polijsten of soortgelijke bewerkingen van hout, metaal en andere materialen, of voor maaien, snoeien en andere tuinwerkzaamheden.