Betekenis van:
meekomen

meekomen
Werkwoord
  • samen met iem. of iets tegelijk komen
"met iemand meekomen"
"er zijn ook enkele ouders meegekomen naar de voorstelling"

Synoniemen

Hyperoniemen

meekomen
Werkwoord
  • met iemand ergens heen gaan
"Hij moest meekomen van de politie."

Voorbeeldzinnen

  1. Wil je meekomen?
  2. Ik zou graag meekomen.
  3. Stikstofhoudende macromoleculen die meekomen bij de extractie worden geprecipiteerd met sulfosalicylzuur en door filtratie verwijderd.
  4. Ervoor zorgen dat gehandicapte kinderen die tot minderheden behoren in het normale onderwijs kunnen meekomen; hervormen van de kinderzorg.