Betekenis van:
arriveren
arriveren
Werkwoord
- zijn bestemming bereiken
"arriveren (op het station/in de stad/voor de deur)"
"ook de voorzitter is inmiddels gearriveerd, we kunnen beginnen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
arriveren
Werkwoord
- de bestemming bereiken
"De stoet was bij het paleis gearriveerd."