Betekenis van:
landen

landen
Werkwoord
  • neerlaten, neervieren
"een stuk op het dek landen"

Hyperoniemen

landen
Werkwoord
  • aan land komen
"op de kust landen"
"op het strand landen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

landen
Werkwoord
  • op de grond aankomen
"de piloot landde vlot ondanks de storm"
"in de Stille Oceaan landen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

landen
Werkwoord
  • vanuit de zee, de lucht of de ruimte voet op vaste bodem zetten
"In 1969 is de mens voor het eerst op de maan geland."
land (het ~ | meervoud landen)
Zelfstandig naamwoord
  • gebied dat als een eenheid beschouwd wordt
"het Beloofde Land"
"het land van [Bruegel/wijn en kaas]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Rijst groeit in warme landen.
  2. Welke landen heb je bezocht?
  3. Sinaasappels groeien in warme landen.
  4. Ons land grenst aan een aantal landen.
  5. Industriële landen vereisen veel behendige arbeid.
  6. Veel landen kampen met vergelijkbare problemen.
  7. Japan en de VSA werden bevriende landen.
  8. Alle beschaafde landen zijn tegen oorlog.
  9. In de meeste europese landen moeten auto's rechts rijden.
  10. Het bedrijf heeft vestigingen in 12 Europese landen.
  11. Brazilië grenst aan tien landen en de Atlantische oceaan.
  12. Er zijn geen diplomatieke betrekkingen tussen de twee landen.
  13. Het gemiddelde aantal zwangerschappen per vrouw is twee, in geïndustrialiseerde landen.
  14. Dat zijn de minst ontwikkelde landen.
  15. Ik maak verre reizen, zie vreemde landen, doe dingen die ik nooit eerder deed.