Betekenis van:
metselaar

metselaar (de ~ | meervoud metselaars)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die metselt

Synoniemen

Hyperoniemen

metselaar
Zelfstandig naamwoord
  • een bouwvakker gespecialiseerd in metselen

Voorbeeldzinnen

  1. metselaar en betonwerker („Maurer und Betonbauer”);
  2. Aard van de werkzaamheden (11) (bv. „metselaar” niet „bouwvakarbeider”)