Betekenis van:
gezel

gezel (de ~ | meervoud gezellen)
Zelfstandig naamwoord
  • lagere rang in een gilde
"leerling, gezel en meester zijn de rangen in het gildenwezen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

gezel (de ~ | meervoud gezellen)
Zelfstandig naamwoord
  • ondergeschikt handwerksman
"de gezellen van de metselaar"

Hyperoniemen

Hyponiemen

gezel (de ~ | meervoud gezellen)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand met wie je vaak en graag omgaat; (reis)genoot; vriend; makker; goede vriend; kameraad; maat; iemand met wie je vaak en graag omgaat; makker
"de vogels zijn onze gezellen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Iedere gezel die aldus bevoegd is, is in het bezit van een vaarbevoegdheidsbewijs.
  2. gezel”: een lid van de bemanning, niet zijnde de kapitein of een officier;
  3. Katten die herhaaldelijk agressief gedrag vertonen ten aanzien van andere katten worden uitsluitend alleen gehuisvest indien geen compatibele gezel kan worden gevonden.
  4. Katten die bij herhaling agressief gedrag vertonen ten opzichte van andere katten, dienen niettemin slechts afzonderlijk te worden gehuisvest als geen gepaste gezel kan worden gevonden.
  5. Alle personen die zijn aangewezen om dienst te doen als officier die chef van de wacht is of als gezel die deel uitmaakt van de wachtbezetting, moeten per 24 uur ten minste tien uren rust krijgen.
  6. De diensttijd, opleiding en ervaring, vereist volgens de punten 2.2.1 en 2.2.2 houden verband met het verrichten van functies op het gebied van de brugwacht, en omvatten taken die worden verricht onder rechtstreeks toezicht van de kapitein, de officier belast met de brugwacht, of een bevoegde gezel.
  7. Ten minste zes maanden goedgekeurde diensttijd als dekassistent op schepen van 500 t bruto of meer voor afgestudeerden van een academie of hogeschool voor zeevaartkunde, of een jaar voor wie met goed gevolg een erkende studiecyclus heeft voltooid, waaronder ten minste zes maanden diensttijd als gezel die deel uitmaakt van de brugwacht.
  8. De diensttijd, opleiding en ervaring, vereist volgens de punten 2.2.1 en 2.2.2, dienen verband te houden met het verrichten van functies op het gebied van de machinekamerwacht en omvatten taken die worden verricht onder rechtstreeks toezicht van een bevoegde werktuigkundige of een bevoegde gezel.
  9. Iedere gezel die deel uitmaakt van de brugwacht op een zeeschip met een brutotonnage van 500 of meer, uitgezonderd gezellen in opleiding en gezellen wier taken op de brug van ongeschoolde aard zijn, dient in het bezit te zijn van een vaarbevoegdheidsbewijs dat hun het recht geeft die taken te verrichten.
  10. Iedere gezel die deel uitmaakt van de machinekamerwacht of is aangewezen om dienst te doen in een tijdelijk onbemande machinekamer op een zeeschip met een hoofdvoortstuwingsinstallatie van 750 kW voortstuwingsvermogen of meer, uitgezonderd gezellen die in opleiding zijn en gezellen wier taken van ongeschoolde aard zijn, is in het bezit van een vaarbevoegdheidsbewijs dat hem het recht geef die taken te verrichten.
  11. overeenkomende met een studiecyclus met een totale duur van achttien à twintig jaar, waarvan gedurende ten minste negen à tien jaar basisonderwijs en lagere beroepsopleiding wordt gevolgd, met ten minste drie à vier jaar stage als leerling dan wel twee jaar middelbaar beroepsonderwijs en twee jaar leerlingstage, leidende tot een getuigschrift van handelsbekwaamheid of scholing als gezel, beroepservaring als ambachtsman voor ten minste vier jaar, verdere theoretische opleiding voor ten minste een jaar, alsook een één jaar durend studieprogramma in onderwijskunde en praktijk.”.
  12. ten minste twee jaar goedgekeurde diensttijd als gezel die op ondersteunend niveau deel uitmaakt van de brugwacht op schepen, het voltooien van een erkende opleiding die aan de bekwaamheidseisen van sectie A-II/1 van de STCW-Code (Internationaal Verdrag betreffende normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst) voldoet, en die wordt verstrekt door een academie of hogeschool voor zeevaartkunde van de partij bij het STCW-Verdrag, en het met goed gevolg afleggen van het examen voor een door de MTC (Maritieme transportcommissie van de Tsjechische Republiek) erkende examencommissie.