Betekenis van:
deelgenoot

deelgenoot (de ~ | meervoud deelgenoten)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand met wie men iets deelt
"iemand deelgenoot maken van iets"

Hyperoniemen

deelgenoot
Zelfstandig naamwoord
  • iemand met wie je vaak en graag omgaat; (reis)genoot; vriend; makker; goede vriend; kameraad; maat; iemand met wie je vaak en graag omgaat; makker

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. optreden als of regelen dat een andere persoon optreedt als directeur of secretaris van een vennootschap, deelgenoot in een deelgenootschap („partnership”) of in een soortgelijke hoedanigheid in andere rechtspersonen;
  2. Als basis voor de ontwikkeling van de in lid 1 bedoelde uitvoeringsbepalingen verricht de Commissie analysen om ervoor te zorgen dat de bepalingen op het vlak van de te verwachten kosten en baten haalbaar en proportioneel zijn en maakt zij het in artikel 22, lid 1, bedoelde comité deelgenoot van de resultaten van deze analysen.