Betekenis van:
compagnon

compagnon (de ~ | meervoud compagnons)
Zelfstandig naamwoord
  • handelsgenoot, medefirmant
"met een compagnon een kledingzaak openen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

compagnon (de ~ | meervoud compagnons)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand met wie je vaak en graag omgaat; (reis)genoot; vriend; makker; goede vriend; kameraad; maat; iemand met wie je vaak en graag omgaat; makker
"de aannemer en zijn compagnons"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

compagnon
Zelfstandig naamwoord
  • metgezel
compagnon
Zelfstandig naamwoord
  • vennoot