Betekenis van:
misbaar
misbaar (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- luid geschreeuw, geween, lawaai
"misbaar maken"
Hyperoniemen
misbaar
Zelfstandig naamwoord
- ''met veel ~'': in overmatige mate ergens een probleem van makend.
"Met veel misbaar gaf hij uiteindelijk toch gevolg aan die opdracht."
misbaar
Bijvoeglijk naamwoord
- niet onontbeerlijk, te vervangen.
"Ik kan niet komen, maar gelukkig ben ik misbaar."