Betekenis van:
monocle

monocle (de ~ | meervoud monocles)
Zelfstandig naamwoord
  • brillenglas voor één oog

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Threadfin, monocle, dwarf breams Grootoogknorvis
  2. Threadfin, monocle dwarf breams Glipvissen, n.e.g.