Betekenis van:
instrument

instrument (het ~ | meervoud instrumenten)
Zelfstandig naamwoord
  • fijn gereedschap
"een instrument gebruiken"
"op de instrumenten vliegen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

instrument
Zelfstandig naamwoord
  • werktuig.
"Kun je mij dat instrument aangeven?"
instrument
Zelfstandig naamwoord
  • verkort voor muziekinstrument
"Ik zou graag een nieuw instrument kopen, maar heb het geld nog even niet."
instrument (het ~ | meervoud instrumenten)
Zelfstandig naamwoord
  • hulpmiddel; hulpmiddel; datgene wat gebruikt wordt om een doel te bereiken
"een enquête is een instrument om meningen te achterhalen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

instrument (het ~ | meervoud instrumenten)
Zelfstandig naamwoord
  • instrument waarop je muziek kunt maken; muziekinstrument
"een instrument bespelen/spelen"
"de piano is zijn favoriete instrument"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Instrument/winst
  2. Type instrument
  3. financieel instrument
  4. Tandextractie-instrument
  5. Financieel instrument
  6. Samengebouwd instrument
  7. Geschikt instrument
  8. Type instrument
  9. Passendheid van het instrument
  10. Instrument met bewegende spiraal
  11. Instrument voor tandvulling
  12. Post (financieel instrument)
  13. Uitsplitsing naar type instrument
  14. Schuld, uitgesplitst naar instrument
  15. Responstijd van het instrument