Betekenis van:
muziekinstrument

muziekinstrument (het ~ | meervoud muziekinstrumenten)
Zelfstandig naamwoord
  • instrument waarop je muziek kunt maken; muziekinstrument
"een muziekinstrument bespelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

muziekinstrument
Zelfstandig naamwoord
  • instrument om muziek mee te spelen
"Jan koos voor een gitaar toen hij een muziekinstrument mocht kiezen."

Voorbeeldzinnen

  1. De trompet is een muziekinstrument.
  2. Drums (muziekinstrument)
  3. Klokken (muziekinstrument)