Betekenis van:
oorkonde

oorkonde (de ~ | meervoud oorkonden, oorkondes)
Zelfstandig naamwoord
  • schriftelijk bewijs bij een geschenk
"een oorkonde krijgen/ontvangen"

Synoniemen

Hyperoniemen

oorkonde (de ~ | meervoud oorkonden, oorkondes)
Zelfstandig naamwoord
  • schriftelijke getuigenis in een bepaalde vorm
"een boek met oorkonden uit de 14de eeuw"

Synoniemen

Hyperoniemen

oorkonde
Zelfstandig naamwoord
  • een officieel document dat bekendheid gaf van een besluit ten aanzien van schenking of stichting of verlening van bepaalde voorrechten

Voorbeeldzinnen

  1. Een oorkonde van baron Albert de Sassenage van juni 1338 stond de inwoners toe om hun kazen in alle vrijheid te verkopen. Uit talrijke documenten blijkt de naamsbekendheid van deze kaas.