Betekenis van:
moreel

moreel (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • veerkracht van een groep of individu in moeilijke omstandigheden
"iemands moreel oppeppen/opvijzelen"
"iemands moreel breken/knakken"

Synoniemen

Hyperoniemen

moreel
Bijvoeglijk naamwoord
  • fatsoenlijk; moreel; ethisch
"een morele verplichting"
"hij voelt zich moreel verantwoordelijk voor de dood van zijn vriend"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Gebruikers in de Gemeenschap zouden het bovendien moreel onaanvaardbaar vinden als de toename van hun gebruik van biobrandstoffen zou leiden tot de vernietiging van gebieden met grote biodiversiteit.
  2. De consumenten in de Gemeenschap zouden het bovendien moreel onaanvaardbaar vinden dat de toename van hun gebruik van biobrandstoffen en vloeibare biomassa zou kunnen leiden tot de vernietiging van gebieden met grote biodiversiteit.
  3. Het verdient daarom aanbeveling duidelijke beginselen voor een beheerste beloning te specificeren om te garanderen dat de beloningsstructuur individuele personen niet tot het nemen van buitensporige risico’s aanzet of moreel risico in de hand werkt en strookt met de risicobereidheid, waarden en langetermijnbelangen van de kredietinstelling of beleggingsonderneming.