Betekenis van:
negatief

negatief (het ~ | meervoud negatieven)
Zelfstandig naamwoord
  • ontwikkeld(e) foto of filmbeeld
"een negatief afdrukken"

Synoniemen

Hyperoniemen

negatief
Zelfstandig naamwoord
  • een in het kader van een fotografisch procédé ontwikkelde plaat of film met een lichtgevoelige laag, waarop de lichtwaarden omgekeerd zijn t.o.v. de werkelijkheid
"Het negatief van een foto."
negatief
Bijvoeglijk naamwoord
  • kleiner dan nul
"een negatief getal"
"een negatief saldo"
negatief
Bijvoeglijk naamwoord
  • ontkennend, afwijzend
"Het antwoord was negatief."
negatief
Bijvoeglijk naamwoord
  • als slecht beschouwend, ongunstig
"Een negatief imago."
negatief
Bijvoeglijk naamwoord
  • afwezig
"Het resultaat van deze test was negatief op de aanwezigheid van het HIV-virus."
negatief
Bijvoeglijk naamwoord
  • kleiner dan nul
"Een negatief getal."
negatief
Bijvoeglijk naamwoord
  • een ontkenning inhoudend; een ontkenning inhoudend
"een negatief antwoord"
"een negatieve zin"

Synoniemen

negatief
Bijvoeglijk naamwoord
  • met veel kritiek; afbrekend
"een negatieve houding"
"een negatieve instelling"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zijn antwoord was negatief.
  2. Zijn antwoord was negatief.
  3. Negatief?
  4. Negatief
  5. Negatief [3]
  6. Negatief [5]
  7. terecht negatief
  8. Positief/negatief
  9. of [negatief;]
  10. Resultaat negatief
  11. fout-negatief
  12. hetzij [negatief.]
  13. negatief [6]
  14. alle uitgevoerde tests negatief
  15. Negatief/ 0,1 g