Betekenis van:
norm

norm
Zelfstandig naamwoord
  • regel voor de normalisatie

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

norm
Zelfstandig naamwoord
  • stelsel van meestal ongeschreven gedragsregels, gebaseerd op een stelsel van waarden

Voorbeeldzinnen

  1. Een vector is een eenheidsvector als zijn norm gelijk is aan een.
  2. EG-norm.
  3. Norm. toerental
  4. Internationale norm: …
  5. Europese norm.
  6. Norm. koppel
  7. Toepasselijke norm
  8. Zie ISO-norm 4831.
  9. ISO-norm 13690 (1999);
  10. Norm van de specificatie
  11. ISO-norm 6644 (2002);
  12. Norm A1.1 — Minimumleeftijd
  13. EN-product-norm
  14. Methode volgens norm
  15. ISO-norm 542 (1990).