Betekenis van:
ondenkbaar

ondenkbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet voor te stellen; niet voorstelbaar
"dat was destijds ondenkbaar"
"niet ondenkbaar"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Gelet op deze mogelijkheden lijkt de terugvordering met terugwerkende kracht ondenkbaar.
  2. Volgens Oostenrijk is voortzetting van de exploitatie van een luchtvaartmaatschappij door een curator zonder exploitatievergunning ondenkbaar.
  3. KLM is van oordeel dat het ondenkbaar zou zijn dat een groot deel van deze passagiers niet aan de KLM-groep zouden worden toegeschreven.
  4. Gezien de starheid die de nominale lonen in de praktijk blijken te vertonen, werd een regionale loonaanpassing in verband met een sterk teruglopende rentabiliteit van bedrijven op de korte termijn zo goed als ondenkbaar geacht.
  5. Het is ondenkbaar dat militaire O&O-projecten buiten het toepassingsgebied van artikel 296 van het EG-Verdrag vallen omdat zij niet geslaagd waren of omdat er geen besluit was om de resultaten van de projecten te benutten.
  6. Het risico was zodanig hoog (in geval van faillissement was het ondenkbaar dat de staat aanspraak zou kunnen maken op terugbetaling) dat de Commissie heeft geoordeeld dat het steunbedrag gelijk was aan de nominale waarde van de effecten.
  7. Zonder automatisering zou het echter al helemaal ondenkbaar zijn geweest dat de bedrijfstak van de Gemeenschap had kunnen concurreren met de invoer uit landen waar de energiekosten, de grondstoffen en de arbeid zeer goedkoop zijn.
  8. Op grond van die overwegingen is het dus ondenkbaar dat een oliemaatschappij verschillende subsidies zou ontvangen en dat zulks een weerslag op het handelsverkeer tussen de lidstaten in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag zou hebben.