Betekenis van:
oogpunt

oogpunt
Zelfstandig naamwoord
  • de manier waarop iemand ergens tegenaan kijkt of over iets denkt.

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. We moeten dit resultaat dan ook vanuit dit oogpunt bekijken.
  2. Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.
  3. Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.
  4. Puur uit het oogpunt van klimaatverandering, zijn de steden al relatief groen.
  5. Vanuit het oogpunt van het individuele cabinepersoneelslid
  6. Beschrijving van de ziektesituatie uit epidemiologisch oogpunt:
  7. Vanuit het oogpunt van de gehele vliegtuigbemanning
  8. Beoordeling uit oogpunt van de capaciteitsmarge
  9. BEOORDELING VANUIT HET OOGPUNT VAN DE MEDEDINGING
  10. Vanuit het oogpunt van het individuele cabinepersoneelslid
  11. BEOORDELING UIT OOGPUNT VAN DE MEDEDINGING
  12. ONDERZOEK LIJKT VANUIT WETENSCHAPPELIJK OOGPUNT NIET NODIG
  13. verbetering van de factureringsprocessen [47] vanuit risico-oogpunt.
  14. Betrokken markten en analyse uit het oogpunt van de concurrentie
  15. Theories of harm vanuit het oogpunt van de mededinging