Betekenis van:
openen

openen
Werkwoord
  • laten beginnen, in bedrijf brengen
"de vergadering openen"
"een bankrekening openen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

openen
Werkwoord
  • laten beginnen, in bedrijf brengen
"Hij opende het vuur op het vijandelijke leger."
openen
Werkwoord
  • ontsluiten, openmaken wat afsluit of wat gesloten is
"Open jij het slot even?"
openen
Werkwoord
  • openstellen, toegankelijk maken
"Gisteren is het jachtseizoen geopend."
openen
Werkwoord
  • een bestand inladen
"Ga naar het bureaublad en open het EXE-bestand."
openen
Werkwoord
  • ''zich ~''
"Bij dageraad openen zich al de bloemen."

Voorbeeldzinnen

  1. Kunt u het venster openen?
  2. Ze vroeg mij het venster te openen.
  3. Ik vroeg Tom het raam te openen.
  4. Ik kan de deur niet openen. Hebt gij de sleutel?
  5. Ze vierden het succes door een fles wijn te openen.
  6. Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar mond wou maar niet openen.
  7. Openen van een kasrekening
  8. Openen van een rekening
  9. Openen van automatische bedrijfsdeuren
  10. Machtiging om formele onderhandelingen te openen
  11. activeren van de deurvergrendeling (openen of sluiten)
  12. Nooddeuren moeten zijn beveiligd tegen onbedoeld openen.
  13. het openen van insolventieprocedures tegen de entiteit;
  14. Diensten voor het openen van boorgat
  15. De vergrendelingsinrichtingen moeten zijn beveiligd tegen onbedoeld openen.