Betekenis van:
opener

opener (de ~ | meervoud openers)
Zelfstandig naamwoord
  • instrument om flessen, blikken te openen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De lidstaten moeten aandringen op steeds opener markten.
  2. Dit is tevens in overeenstemming met de gemeenschappelijke voorschriften voor de voltooiing van de interne energiemarkt en met de gemeenschappelijke regels inzake het mededingingsrecht, die erop gericht zijn een opener en concurrerender interne energiemarkt tot stand te brengen.
  3. In het Witboek over Europese governance van 25 juli 2001 [1] heeft de Commissie toegezegd het besluitvormingsproces opener te maken, om meer mensen en organisaties te betrekken bij de totstandkoming en de uitvoering van het EU-beleid.
  4. De progressieve en geleidelijke openstelling van de postmarkten voor mededinging heeft de aanbieders van de universele dienst voldoende tijd geboden voor het nemen van de nodige moderniserings- en herstructureringsmaatregelen om hun levensvatbaarheid op lange termijn onder de nieuwe marktomstandigheden te verzekeren, en tevens de lidstaten de gelegenheid geboden om hun regelgeving aan een opener omgeving aan te passen.