Betekenis van:
opschrift

opschrift (het ~ | meervoud opschriften)
Zelfstandig naamwoord
  • titel boven een tekst
"het opschrift luidt ['het lexicon']"
"een opschrift boven [een artikel]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

opschrift (het ~ | meervoud opschriften)
Zelfstandig naamwoord
  • tekst op iets
"iets van een opschrift voorzien"
"een opschrift op [een grafsteen]"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Op een mooie lentedag, toen Jan in de zandbak in de achtertuin aan het graven was, vond hij een klein doosje. In het doosje zat een blinkende stiletto met een geheimzinnig opschrift.
  2. Geen opschrift
  3. het opschrift „CNG”,
  4. Opschrift e-AD
  5. het opschrift „LPG”;
  6. het opschrift „ladingslijst”;
  7. het opschrift wordt vervangen door:
  8. Opschrift ontbreekt of is onleesbaar.
  9. Het opschrift „COMMERCIAL INVOICE„ ACCOMPANYING GOODS „SUBJECT TO AN UNDERTAKING”
  10. het opschrift wordt vervangen door „In de handel brengen”;
  11. Het opschrift van titel III wordt vervangen door:
  12. in lid 4 wordt het opschrift vervangen door:
  13. Borden met opschrift „nooduitgang” ontbreken of zijn onleesbaar.
  14. vóór artikel 103 nonies wordt het volgende opschrift ingevoegd:
  15. Borden met opschrift „nooduitgang” ontbreken of zijn onleesbaar.