Betekenis van:
overvloed

overvloed (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • rijkelijke hoeveelheid, in overvloed
"in overvloed (aanwezig)"
"een overvloed aan [informatie/bloemen]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

overvloed
Zelfstandig naamwoord
  • het voorhanden zijn van meer dan voldoende van iets
"Er was een overvloed van aardbeien dat jaar."
overvloed
Zelfstandig naamwoord
  • het goed dat de mens van nut is

Synoniemen

Hyperoniemen

overvloed
Zelfstandig naamwoord
  • uitvoerigheid

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Amerika heeft petroleum in overvloed.
  2. Dankzij het gevarieerde reliëf van dit natuurlijke milieu kan van verschillende, elkaar aanvullende weidegronden die zorgen voor een overvloed aan kwaliteitsvoer, gebruik worden gemaakt.
  3. De in de mededeling genoemde drempels zijn gebaseerd op de marktsituatie van voor 2001. Toen was er zelfs voor startinvesteringen nog risicokapitaal in overvloed beschikbaar.
  4. de reikwijdte van de verplichtingen van producenten en distributeurs uit operationeel oogpunt zodanig te verduidelijken dat uitsluitend informatie wordt verstrekt die voor het risicobeheer van belang is, en een overvloed aan informatie wordt voorkomen;