Betekenis van:
panorama

panorama (het ~ | meervoud panorama's)
Zelfstandig naamwoord
  • vergezicht naar verschillende kanten over een landschap
"van het panorama genieten"
"een panaroma op [het dal]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Panorama van de EU-industrie 1997, 9-20; NACE (herziening 1).
  2. Opmerkingen van de Commissie in „Panorama of EU Industry 97” (ook beschikbaar in het Duits en het Frans).