Betekenis van:
parool

parool (het ~ | meervoud parolen)
Zelfstandig naamwoord
  • kernachtige zin als uitdrukking van hetgeen men nastreeft of bestrijdt
"[opletten/aanvallen] is/luidt het parool"

Synoniemen

Hyperoniemen

parool (het ~ | meervoud parolen)
Zelfstandig naamwoord
  • woord van eer; belofte; erewoord
"op parool"

Synoniemen

Hyperoniemen

parool (het ~ | meervoud parolen)
Zelfstandig naamwoord
  • afgesproken woord dat men moet produceren om ergens binnengelaten te worden
"het parool geven"
"het parool ontvangen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Volgens openbare informatie, zoals bijvoorbeeld artikelen in de dagbladen Het Parool (7.7.2006) en Trouw (13.10.2006).