Betekenis van:
passagier

passagier (de ~ | meervoud passagiers)
Zelfstandig naamwoord
  • reiziger
"een blinde passagier"

Hyperoniemen

passagier
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die al of niet tegen betaling meereist met een voer-, vaar- of vliegtuig

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Voor passagier
  2. Reisstatus passagier
  3. Schuld van de passagier
  4. Voor gewone passagier
  5. SSp (m2/passagier) conventionele ruimte voor een staande passagier
  6. 250000 rekeneenheden per passagier, per afzonderlijk geval,
  7. Specifieke emissie door het luchtvervoer, ton/passagier
  8. Aangegeven zitplaats: bestuurder en passagier aan de buitenkant vooraan
  9. Er moet dus een steunbedrag per passagier worden berekend.
  10. .1.2 een massa van 75 kg per passagier;
  11. Aangegeven zitplaats: bestuurder en passagier vooraan, aan de buitenkant
  12. „een passagier” iedere persoon aan boord met uitzondering van:
  13. passagier” betekent iedere persoon vervoerd op een schip:
  14. naam en adres van de expediteur, passagier enz.;
  15. „vervoersovereenkomst” betekent een door of namens een vervoerder gesloten overeenkomst, voor het vervoer over zee van een passagier of, in voorkomende gevallen, van een passagier en zijn bagage;