Betekenis van:
plantensoort

plantensoort (de ~ | meervoud plantensoorten)
Zelfstandig naamwoord
  • afzonderlijke soort binnen een bepaald plantengeslacht
"beschermde/bedreigde plantensoort"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Monocultuur: een cultuur met één plantensoort.
  2. „Gebied van oorsprong”: een geografische zone waar een plantensoort, hetzij gecultiveerd hetzij niet-gecultiveerd, voor het eerst haar onderscheidende kenmerken heeft ontwikkeld.
  3. ONIFLHOR nam voor elk noodplan en voor elke plantensoort een besluit betreffende de uit te voeren maatregelen en belaste de betrokken nationale afdeling met de tenuitvoerlegging daarvan.
  4. „landras”: een stel populaties of klonen van een plantensoort die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de milieuomstandigheden van hun gebied;
  5. Zij moet in het bijzonder verschillen van iedere benaming die op het grondgebied van een verdragsluitende partij een reeds bestaand ras van dezelfde plantensoort of van een nauw verwante soort aanduidt.
  6. uitvoer van materiaal van het ras inhouden, waardoor de vermeerdering van het ras mogelijk wordt gemaakt, naar een land dat geen bescherming kent van rassen van het plantengeslacht of de plantensoort waartoe het ras behoort, behalve wanneer het uitvoer voor verbruiksdoeleinden betreft.
  7. Een specimen van een plantensoort wordt uitsluitend beschouwd als zijnde kunstmatig gekweekt als ten genoegen van een bevoegde administratieve instantie, welke overleg pleegt met een bevoegde wetenschappelijke autoriteit van de betrokken lidstaat, is aangetoond dat aan de volgende vereisten is voldaan:
  8. Vlasdodder (Camelina sativa) is opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 2002/32/EG en de zaden en vruchten van deze plantensoort en de door verwerking ervan verkregen bijproducten mogen niet in dierenvoeders voorkomen, tenzij als sporen die niet kwantitatief kunnen worden bepaald.
  9. [Recentelijk gekweekte rassen] Wanneer een verdragsluitende partij dit Verdrag toepast op een plantengeslacht of een plantensoort waarop zij dit Verdrag of een eerdere Akte voorheen niet toepaste, mag zij een recentelijk ontstaan ras dat bestaat op de datum van uitbreiding van de bescherming, beschouwen als voldoend aan de in het eerste lid omschreven voorwaarde van nieuwheid, zelfs wanneer de in dat lid bedoelde verkoop of terbeschikkingstelling aan derden vóór de in dat lid genoemde termijnen plaatsvond.