Betekenis van:
podium

podium (het ~ | meervoud podiums, podia)
Zelfstandig naamwoord
  • verhoging voor publieke optredens
"op het podium staan"
"het podium betreden"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

podium
Zelfstandig naamwoord
  • een gewoonlijk verhoogde open ruimte waarop iets voor een publiek aanschouwelijk gemaakt kan worden
"Hij betrad het podium en zong een prachtige aria."
podium
Zelfstandig naamwoord
  • ruimte waarop men een voorstelling opvoert
"De stadsschouwburg is een beroemd podium voor toneel."

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

podium
Zelfstandig naamwoord
  • podium waarop iem. bij wijze van eerbewijs geplaatst wordt
"Na het WK schaatsen staan er drie Nederlanders op het podium."

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hij staat op het podium.
  2. Heb je haar ooit horen zingen op het podium?
  3. Hebt ge haar al horen zingen op een podium?
  4. Hij keek haar tekst een keer door voordat ze het podium op ging.