Betekenis van:
privilege

privilege (het ~ | meervoud privileges)
Zelfstandig naamwoord
  • recht dat een ander niet heeft; voorrecht; voorrecht
"privileges verwerven"
"een privilege verlenen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Privileges worden toegekend volgens het „least privilege”-beginsel.
  2. Interne onderzoeken door het Bureau zijn tevens onderworpen aan artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan andere beginselen en gemeenschappelijke fundamentele rechten van de lidstaten, die zijn erkend door het Hof van Justitie, bijvoorbeeld de vertrouwelijkheid van juridisch advies („legal privilege”).