Betekenis van:
psychisch

psychisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • geestelijk; geestelijk; betrekking hebbend op de geest
"psychisch gestoord"
"psychisch lijden"

Synoniemen

psychisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • geestelijk

Voorbeeldzinnen

  1. Inrichtingen voor geestelijk en psychisch gehandicapten en drugsgebruikers
  2. vorderingen wegens lichamelijk en psychisch letsel, ingesteld door of namens natuurlijke personen;
  3. De tijdelijke functionaris onthoudt zich van iedere vorm van psychisch geweld of seksuele intimidatie.
  4. De tijdelijke functionaris die het slachtoffer is geweest van psychisch geweld of seksuele intimidatie mag daarvan van de kant van het Agentschap geen nadelige effecten ondervinden.
  5. „kwetsbare personen”: minderjarigen, niet-begeleide minderjarigen, personen met een handicap, bejaarden, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen en personen die gefolterd of verkracht zijn of andere ernstige vormen van psychisch, fysiek of seksueel geweld hebben ondergaan.
  6. Onder „psychisch geweld” wordt iedere vorm van opzettelijk onbehoorlijk gedrag verstaan dat zich gedurende lange tijd herhaaldelijk of systematisch voordoet in de vorm van gedragingen, woorden, handelingen, gebaren of geschriften die de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of de psychische integriteit van de betrokkene kunnen aantasten.