Betekenis van:
raadslid

raadslid
Zelfstandig naamwoord
  • een lid van een gemeenteraad
"Bent u nu raadslid of raadsman?"
raadslid (het ~ | meervoud raadsleden)
Zelfstandig naamwoord
  • lid van een gemeenteraad

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Raadslid ZANU-PF in Noord-Hurungwe en oorlogsveteraan.