Betekenis van:
radiostation

radiostation (het ~ | meervoud radiostations)
Zelfstandig naamwoord
  • instelling die radio-uitzendingen doet; instelling die radio-uitzendingen doet
"de troepen hebben het nationale radiostation bezet"
"de Europese/onafhankelijke/lokale/commerciële radiostations"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Naam van het radiostation
  2. Oproepletters van het radiostation
  3. Naam van het radiostation
  4. bij een radiobericht: naam van het radiostation.
  5. Bladzijde 162, bijlage VI, punt 4, onder „Naam van het radiostation” en „Roepnaam van het radiostation”:
  6. Op 24 augustus 2005 werd het bod bekendgemaakt door een radiostation, dat een lid van de gemeenteraad van Åre interviewde.