Betekenis van:
rammelaar

rammelaar (de ~ | meervoud rammelaars)
Zelfstandig naamwoord
  • mannetje van het konijn en van de haas

Synoniemen

Hyperoniemen

rammelaar
Zelfstandig naamwoord
  • mannetje van een dier uit de familie der ''Haasachtigen'' (bijvoorbeeld een konijn of haas)
rammelaar
Zelfstandig naamwoord
  • een speeltuig voor baby's, m.b. een hol voorwerp waarin zich een of meer balletjes bevinden en dat geluid voortbrengt wanneer er mee geschud wordt
rammelaar
Zelfstandig naamwoord
  • babbelaar, tateraar; praatziek persoon