Betekenis van:
rechtbank

rechtbank (de ~ | meervoud rechtbanken)
Zelfstandig naamwoord
  • college dat rechtspreekt; rechtbank; rechtsprekende instantie
"de correctionele rechtbank"
"naar de rechtbank stappen"

Synoniemen

Hyperoniemen

rechtbank
Zelfstandig naamwoord
  • een instelling waar rechtgesproken wordt
"Bij moet morgen naar de rechtbank."

Voorbeeldzinnen

  1. rechter of rechtbank
  2. arrest van de administratieve rechtbank
  3. een rechter, rechtbank, onderzoeksmagistraat, openbaar aanklager, of
  4. in Nederland, de voorzieningenrechter van de rechtbank;
  5. Talen waarin kan worden gecommuniceerd met de rechter/rechtbank:
  6. Contactgegevens van de rechtbank/centrale autoriteit/andere bevoegde autoriteit
  7. Rechter/rechtbank die de beslissing tot confiscatie heeft gegeven:
  8. Konas heeft de toezichthoudende rechtbank op 15 juli 2003 verzocht de procedure voor een crediteurenakkoord in te leiden. De rechtbank deed dit bij besluit van 25 maart 2004.
  9. Zorgen dat onopgeloste zaken van de rechtbank voor de mensenrechten behandeld worden en dat de bevoegdheden van de rechtbank worden overgedragen aan het Constitutioneel Hof.
  10. Vermeld welke rechtbank de rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde heeft genomen: …
  11. Vermeld welke rechtbank de rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde heeft genomen:
  12. Vermeld welke rechtbank de rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde heeft genomen:
  13. De boekhouding was bij de rechtbank in het kader van een gerechtelijk akkoord.
  14. De rechtbank heeft het crediteurenakkoord formeel beëindigd bij besluit van 20 oktober 2004.
  15. in België, de rechtbank van eerste aanleg, het „tribunal de première instance”, of het „erstinstanzliches Gericht”;