Betekenis van:
rietje

rietje (het ~ | meervoud rietjes)
Zelfstandig naamwoord
  • buisje waardoor je kunt drinken
"knudde met een rietje"
"door een riet"

Hyperoniemen

rietje (het ~ | meervoud rietjes)
Zelfstandig naamwoord
  • trillend plaatje in het mondstuk van houten blaasinstrumenten
"Hij kocht een nieuw rietje voor zijn hobo."

Synoniemen

Hyperoniemen

rietje (het ~ | meervoud rietjes)
Zelfstandig naamwoord
  • wandelstok; rotan stok
"Haar moeder werd vroeger op school met een riet op de vingers getikt."

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hij trilt als een rietje.
  2. Identificatiemerk: correspondeert met de identificatie op het rietje van de donorkoeien en de datum van verzameling.
  3. Identificatiemerkteken: overeenkomstig de identificatiegegevens van de donorkoeien en de winningsdatum op het rietje.
  4. wanneer een rietje meer dan één eicel bevat, moet duidelijk het aantal eicellen worden aangegeven en moeten de betrokken eicellen van hetzelfde moederdier afkomstig zijn;
  5. wanneer een rietje meer dan één embryo bevat, moet duidelijk het aantal embryo's worden aangegeven en moeten alle embryo's van dezelfde ouders afstammen;