Betekenis van:
roepnaam

roepnaam (de ~ | meervoud roepnamen)
Zelfstandig naamwoord
  • (voor)naam voor dagelijks gebruik
"voluit heet hij Hendrik, maar zijn roepnaam is Henk"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Roepnaam van het vaartuig
  2. Roepnaam (voor zeeschepen)
  3. roepnaam van het vaartuig;
  4. (internationale roepnaam van het vaartuig)
  5. internationale radio-roepnaam van het vaartuig;
  6. de roepnaam van de trein voor gebruik in het radioverkeer;
  7. De roepnaam van de trein voor gebruik in het radioverkeer.
  8. (internationale roepnaam van het vaartuig als vermeld in oorspronkelijk bericht)
  9. na „Svalbard” wordt de volgende naam en roepnaam ingevoegd:
  10. Bladzijde 162, bijlage VI, punt 4, onder „Naam van het radiostation” en „Roepnaam van het radiostation”:
  11. naam en roepnaam van het vaartuig waarop en/of waaruit deze hoeveelheden zijn overgeladen;
  12. naam, roepnaam, op het vaartuig aangebrachte identificatienummers en -letters van het vaartuig, en de naam van de kapitein;
  13. De roepnaam is de ICAO-aanduiding in vak 7 van het vluchtplan of, bij ontbreken daarvan, de registratiemarkering van het vliegtuig.
  14. Om de voor een vlucht verantwoordelijke vliegtuigexploitant, als omschreven in artikel 3, onder o), van Richtlijn 2003/87/EG, eenduidig te identificeren, wordt gebruikgemaakt van de roepnaam die voor de luchtverkeersleiding (ATC) wordt gebruikt.
  15. de identificatiegegevens van de vliegtuigexploitant als vermeld in bijlage IV bij Richtlijn 2003/87/EG, de roepnaam of andere eenduidige aanduiding die voor de luchtverkeersleiding worden gebruikt, en relevante contactgegevens;