Betekenis van:
voornaam

voornaam (de ~ | meervoud voornamen)
Zelfstandig naamwoord
  • naam vóór je familienaam
"zijn voornaam is Cees"
"iemand bij zijn voornaam noemen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

voornaam
Zelfstandig naamwoord
  • naam die bij de geboorte aan een persoon wordt gegeven, en die aan de familienaam voorafgaat.
voornaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • van hoog aanzien in een gemeenschap.
"Hij was een voornaam man."
voornaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • van groter belang dan het meeste.
"De voornaamste reden daarvoor was dat hij te weinig tijd ervoor had."
voornaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • van grote betekenis
"een voorname buurt"
"voornaam uitziende dames"

Synoniemen

voornaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • aanzienlijk, hooggeplaatst
"de voornaamste reden/doelstelling"
"de voornaamste ingezetenen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hoe wordt je voornaam uitgesproken?
  2. Ze heeft een zeldzame voornaam.
  3. Wat is de voornaam van mijnheer Johnson?
  4. Voornaam:
  5. Voornaam: …
  6. voornaam,
  7. Voornaam:
  8. Voornaam
  9. Voornaam
  10. 007 Voornaam
  11. Voornaam (*) (2)
  12. (Naam, voornaam): …
  13. Voornaam/-namen:
  14. achternaam voornaam
  15. Voornaam 3.