Betekenis van:
rolschaatsen

rolschaatsen
Werkwoord
  • het zich voortbewegen op ondergebonden wieltjes
"Hij rolschaatste graag."
rolschaatsen
Werkwoord
  • op rolschaatsen rijden

Hyperoniemen

rolschaats (de ~ | meervoud rolschaatsen)
Zelfstandig naamwoord
  • schoen op wieltjes
"op rolschaatsen"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Mogen we rolschaatsen in dit park?
  2. Rolschaatsen
  3. rolschaatsen
  4. Delen en toebehoren van ijs- en rolschaatsen
  5. EN 13899:2003 — Rolsportmaterieel; Rolschaatsen; Veiligheidseisen en beproevingsmethoden
  6. Schaatsen, rolschaatsen, inlineskates, skateboards, autopeds en speelgoedfietsen voor kinderen
  7. IJsschaatsen en rolschaatsen, incl. schoeisel waaraan dergelijke schaatsen zijn bevestigd; delen en toebehoren daarvan
  8. ijsschaatsen en rolschaatsen, schoeisel waaraan dergelijke schaatsen zijn bevestigd daaronder begrepen
  9. CPA 32.30.11: Sneeuwski’s en ander materieel voor de sneeuwskisport, met uitzondering van schoeisel; ijsschaatsen en rolschaatsen; delen daarvan
  10. Sportartikelen, waaronder rolschaatsen en inlineskates, alsook skateboards bestemd voor kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 20 kg.
  11. Verhuur van speciaal sportschoeisel (skischoenen, voetbalschoenen, golfschoenen, schoeisel met aangezette ijs- of rolschaatsen, dan wel met spikes of noppen enz.).
  12. schoeisel dat het karakter heeft van speelgoed, alsmede schaatsschoenen met aangezette schaatsen (ijs- en rolschaatsen); scheenbeschermers en dergelijke beschermende artikelen voor de sportbeoefening (hoofdstuk 95).
  13. Reparatie of verhuur van speciaal sportschoeisel (skischoenen, voetbalschoenen, golfschoenen, schoeisel met aangezette ijs- of rolschaatsen, dan wel met spikes of noppen enz.)
  14. Ook hierdoor neemt het risico toe. Zich bewust zijn van gevaar, beschermend gedrag en beschermingsuitrusting: Bepaalde producten zijn bekend om hun gevaren, zoals scharen, messen, doe-het-zelfboormachines, kettingzagen, rolschaatsen, fietsen, motorfietsen en wagens.
  15. Meubelstoffen (1.11) Beschermende kledingstukken voor sportbeoefening, zoals helmen, reddingsvesten, bokshandschoenen, beschermers, gordels, steunen enz.; speciaal sportschoeisel (skischoenen, voetbalschoenen, golfschoenen, schoeisel met aangezette ijs- of rolschaatsen dan wel met spikes of noppen enz.)