Betekenis van:
samenscholing

samenscholing (de ~ | meervoud samenscholingen)
Zelfstandig naamwoord
  • het zich verzamelen van mensen
"de dagelijkse samenscholing van junks op de pillenbrug"

Hyperoniemen

samenscholing (de ~ | meervoud samenscholingen)
Zelfstandig naamwoord
  • groep mensen
"verbod op samenscholing"
"een samenscholing van [drugsdealers]"

Hyperoniemen

Hyponiemen