Betekenis van:
schande
schande
Zelfstandig naamwoord
- iets waarvoor men de minachting van anderen oploopt
"Het is geen schande iets voor je eigen taal te doen."
Voorbeeldzinnen
- Arm zijn is geen schande.
- Door schade en schande wordt men wijzer
- Een dwaas wordt door schade en schande wijs
- Voor hoogmoedigen verandert roem snel in schande", "Hoogmoed komt voor de val