Betekenis van:
scharrelen

scharrelen
Werkwoord
  • vrij kunnen lopen; doelloos ergens bezig
"op het erf scharrelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

scharrelen
Werkwoord
  • verkering hebben
"met [de dochter van de bakker] scharrelen"

Hyperoniemen

scharrelen
Werkwoord
  • telkens wat anders ter hand nemen
"[wat eten] bij elkaar scharrelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wilde kwartels leven in kleine sociale groepen en besteden een groot deel van hun tijd aan scharrelen op de bodem, waar zij foerageren naar zaden en ongewervelde dieren.
  2. Gedragspatronen die voor deze soort erg belangrijk zijn, zijn de nestbouw (bij wijfjes), het roesten, het foerageren, scharrelen en pikken in de strooisellaag en het nemen van stofbaden.
  3. Om de negatieve gevolgen van een dergelijke maatregel te verzachten, moeten de betrokken dieren permanent toegang hebben tot voldoende hoeveelheden ruwvoer en geschikt materiaal die het elke vogel mogelijk maken om volgens zijn behoeften ruwvoer op te nemen, te scharrelen en een stofbad te nemen.