Betekenis van:
slaapbank

slaapbank (de ~ | meervoud slaapbanken)
Zelfstandig naamwoord
  • bank die uitgeklapt kan worden tot bed

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Tijdens die normale dagelijkse rusttijd moet de bestuurder kunnen beschikken over een bed of slaapbank.
  2. Tijd besteed om te reizen naar een plaats om controle te nemen over een voertuig dat onder het toepassingsgebied van deze verordening valt, of om terug te keren van deze plaats, wanneer het voertuig zich niet in de woonplaats van de bestuurder of in de exploitatievestiging van de werkgever waaraan de bestuurder normalerwijze verbonden is, bevindt, wordt niet geteld als rust of een onderbreking, tenzij de bestuurder reist met een veerboot of trein en een bed of slaapbank ter beschikking heeft.