Betekenis van:
stadhouder

stadhouder
Zelfstandig naamwoord
  • de plaatsvervanger van een afwezige vorst in een leen
"Het ambt van stadhouder bleef bestaan, ook al werden de noordelijke Nederlanden een republiek."
stadhouder (de ~ | meervoud stadhouders)
Zelfstandig naamwoord
  • bestuurder van een land, voor en namens de soeverein
"stadhouder van"

Synoniemen

Hyperoniemen