Betekenis van:
steunpilaar

steunpilaar (de ~ | meervoud steunpilaren)
Zelfstandig naamwoord
  • zuil als ondersteuning v.e. brug, balk; ondersteunende pilaar

Synoniemen

Hyperoniemen

steunpilaar (de ~ | meervoud steunpilaren)
Zelfstandig naamwoord
  • (emotionele) hulp; (im)materiële hulp aan mensen of zaken; steun; het bemoedigen; iemand die goed helpt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De luchthaven van Leipzig is tegelijk ook de steunpilaar van de economische ontwikkeling in het oosten van Duitsland.