Betekenis van:
stiefkind

stiefkind
Zelfstandig naamwoord
  • een kind van iemands partner en zijn of haar vroegere partner
"Zij behandelde haar stiefkinderen steeds met minder zorg dan haar eigen kinderen."
stiefkind (het ~ | meervoud stiefkinderen)
Zelfstandig naamwoord
  • verwaarloosde zaak
"de stad Meppel is altijd het stiefkindje van de provincie geweest"

Synoniemen

Hyperoniemen

stiefkind (het ~ | meervoud stiefkinderen)
Zelfstandig naamwoord
  • kind van je man of vrouw

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. een kind of stiefkind ten laste van de relevante persoon;
  2. E = stiefkind dat tot het gezin van de werknemer of zelfstandige behoort
  3. iedereen van 15 tot en met 64 jaar met ten minste één eigen kind of stiefkind tot 8 jaar dat in het huishouden woont
  4. iedereen van 15 tot en met 64 jaar met ten minste één eigen kind of stiefkind tot 14 jaar dat in het huishouden woont
  5. iedereen van 15 tot en met 64 jaar en (FTPTREAS ≠ 3 en SEEKREAS ≠ 3 en (REGCARE = 1 – 3 of met ten minste één eigen kind of stiefkind tot 14 jaar dat in het huishouden woont)) en FTPT ≠ 1
  6. iedereen van 15 tot en met 64 jaar met ten minste één eigen kind of stiefkind tot 8 jaar dat in het huishouden woont en (WSTATOR = 1,2 of (EXISTPR = 1 en REFYEAR-YEARPR <= leeftijd van het jongste kind + 1))