Betekenis van:
stip

stip (de ~ | meervoud stippen)
Zelfstandig naamwoord
  • stip van waaraf men de penalty neemt; plaats op het voetbalveld voor penalty's
"op de stip"

Synoniemen

Hyperoniemen

stip (de ~ | meervoud stippen)
Zelfstandig naamwoord
  • stip; puntje; kleine stip; klein rondje
"rood met witte stippen"
"met stip"

Synoniemen

Hyperoniemen

stip (de ~ | meervoud stippen)
Zelfstandig naamwoord
  • hoogste onderofficier, in rang onmiddellijk boven de sergeant-majoor

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Lijnvluchten worden aangegeven met een gele stip en charterbestemmingen met een rode stip.
  2. De bestemmingen die echter zowel door charter- als door lijnvluchten worden bereikt, zijn eveneens aangegeven met een gele stip.