Betekenis van:
stoelgang

stoelgang (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • (productie van) ontlasting
"geregelde/ongeregelde stoelgang"

Synoniemen

Hyperoniemen

stoelgang
Zelfstandig naamwoord
  • het proces van zich op gezette tijden ontlasten van fecaliën
"De stoelgang was gestoord als gevolg van zijn ziekte."
stoelgang
Zelfstandig naamwoord
  • medische term voor de menselijke uitwerpselen zelf
"Heeft u al stoelgang gemaakt?"