Betekenis van:
stomp

stomp (de ~ | meervoud stompen)
Zelfstandig naamwoord
  • kort geknot voorwerp
"een stompje [kaars]"

Hyperoniemen

stomp
Zelfstandig naamwoord
  • een ingekort vormeloos uitsteeksel
"Er bleef na de amputatie niet meer dan een stompje van zijn vinger over ."
stomp
Zelfstandig naamwoord
  • een pijnlijke stoot met de gebalde vuist
"Je zou hem een stomp geven!"
stomp
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet scherp
"een stomp(e) toren/hoek"
"schoenen met stompe neuzen"
stomp
Bijvoeglijk naamwoord
  • iets dat zijn scherpte verloren heeft
"Met zo'n stomp potlood kun je toch niet tekenen!"
stomp
Bijvoeglijk naamwoord
  • groter dan 90 graden
"Dit is een stompe hoek."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Stomp gerond
  2. Stomp weinig ontwikkeld
  3. Stomp zeer sterk gerond
  4. Stomp goed ontwikkeld
  5. rechthoekige stomp gevormde („geblokte”) paprika's,
  6. De vetstrepen van de stomp zijn opvallend.
  7. Stomp matig ontwikkeld Rug van matige dikte
  8. Stomp zeer sterk gerond, dubbele spieren, duidelijk door groeven gescheiden spierbundels
  9. voor rechthoekige stomp gevormde („geblokte”) paprika's en voor rechthoekige puntig gevormde („tolvormige”) paprika’s: 40 mm
  10. Stomp zeer sterk gerond, dubbele spieren, duidelijk door groeven gescheiden spierbundels
  11. Vorm van de profielen van het geslachte dier, in het bijzonder van de hoogwaardige delen (stomp, rug, schouder)
  12. Vlees bedekt met vet, echter op stomp en schouder nog gedeeltelijk zichtbaar; enige duidelijke vetafzettingen in de borstholte
  13. Vorm van profielen van het geslachte dier, in het bijzonder de hoogwaardige delen (stomp, rug en schouder)
  14. het handelstype („langwerpige”, „rechthoekige stomp gevormde”, „rechthoekige puntig gevormde” en „platte” paprika's) of de naam van de variëteit.
  15. De stomp is bijna volledig bedekt met een dikke laag vet, zodat de vetbanden niet meer duidelijk zijn te onderkennen.