Betekenis van:
stuurstang

stuurstang (de ~ | meervoud stuurstangen)
Zelfstandig naamwoord
  • stok om een voertuig mee te besturen; stang om een vliegtuig mee te besturen

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Foutieve uitlijning van de onderdelen (bv. spoorstang of stuurstang).
  2. Het mechanisme om de golfkar te bedienen is aan de stuurstang bevestigd.
  3. Een gemotoriseerde golfkar, voorzien van een buisvormig aluminium frame, op wielen, te gebruiken als zitje wanneer de kar niet in beweging is, en voorzien van een stuurstang.