Betekenis van:
sukkelen

sukkelen
Werkwoord
  • kampen met een gebrekkige gezondheid of lichamelijk gebrek
"Hij heeft nog lang gesukkeld na zijn been gebroken te hebben, maar nu is hij weer de oude."
sukkelen
Werkwoord
  • moeilijkheden ondervinden, tegenspoed hebben
"met je hart/ademhaling/gehoor sukkelen"
"met je relatie sukkelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

sukkelen
Werkwoord
  • slepend lopen; slepend lopen; moeilijk lopen
"naar de bakker sukkelen"
"over straat sukkelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord