Betekenis van:
tandem

tandem (de ~ | meervoud tandems)
Zelfstandig naamwoord
  • twee mensen die samen iets doen
"de Nederlands-Zwitserse tandem PTT-Swiss Telecom"
"de populaire tandem Johnny en Rijk"

Hyperoniemen

tandem (de ~ | meervoud tandems)
Zelfstandig naamwoord
  • paardenspan voor twee paarden

Hyperoniemen

tandem (de ~ | meervoud tandems)
Zelfstandig naamwoord
  • fiets voor twee mensen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Tandem – Popovo” OOD
  2. Tandem - Popovo” OOD
  3. Tandem – V” OOD
  4. Tandem - V” OOD
  5. Tandem-V” OOD
  6. Tandem — Popovo” OOD
  7. Zaak COMP/M.1120 Compaq/Digital, zaak COMP/M.963 Compaq/Tandem.
  8. Ten aanzien van de toekomstige capaciteit op basis van de aanname dat beide dokken gebuikt worden, heeft de werf toegelicht dat het grote SD II-dok zowel voor parallelle scheepsbouw als voor de semi-tandem-constructie geschikt is. Dat betekent dat er maximaal vier scheepsrompen in verschillende constructiefasen tegelijkertijd kunnen worden gebouwd.
  9. Na een toelichting op bovenstaande rekenmethode en nadat er tussen de Commissie en Stocznia Gdynia onderlinge overeenstemming was bereikt, heeft de werf aangegeven dat de technische veronderstellingen voor de berekening van die huidige capaciteit (in zo verre ervan uit wordt gegaan dat er geen financiële beperkingen bestaan) een dokcyclus van drie maanden is met een parallelle assemblage van maximaal drie schepen in verschillende bouwfasen (gedeeltelijk gebruik van de semi-tandem-methode in het grote SD II-dok). Op die basis kunnen er maximaal veertien schepen per jaar worden gebouwd.